Sprinklertechnologie steeds verfijnder

De technologie van sprinklers wordt steeds verfijnder, ze worden steeds nauwkeuriger afgestemd op de objecten en situaties die ze moeten beveiligen. Heel eenvoudig gezegd: hoe kan een sprinkler zo effectief mogelijk zijn werk doen met zo weinig mogelijk waterschade. En die innovaties zijn een continu proces, zegt Michel Walhof, directeur van Aqua+.
“Vroeger moest er veel water uit een sprinkler komen om een brand te blussen. De waterschade werd daarbij op de koop toegenomen. Tegenwoordig gaat het vooral om de combinatie van sprinklers en het ontwerp van de installatie, waarbij precies wordt uitgerekend hoeveel water er nodig is”, zegt Walhof.
“De waterschade tot het minimum beperken met behoud van de effectiviteit, dat is de uitdaging”, legt hij uit. Daarbij speelt ook een rol dat waterleidingbedrijven steeds meer in hun leidingennet ‘knijpen’, waarbij de diameters van de buizen steeds krapper worden. Desondanks blijft het hardnekkige misverstand bestaan dat bij een brand alle sprinklers tegelijk aan springen, waardoor er veel waterschade zou ontstaan.
Walhof: “De werkelijkheid is dat elke sprinkler een temperatuurgevoelig element heeft waardoor de meeste branden door één of twee  sprinklers worden geblust. Dan praat je over een oppervlak tussen de tien en twintig vierkante meter, met minimale waterschade. Verderop in een gebouw merken ze niet eens dat sprinklers een beginnende brand hebben gedoofd. En iedereen komt levend uit een gebouw.”