De brandweer in Twente belt sinds 1 maart eerst naar panden waar het automatische alarm afgaat voordat de wagens de weg opgaan. Het aantal loze meldingen is namelijk zo groot – 95 van de 100 – dat de brandweer die overbodige uitrukken op deze manier de kop wil indrukken. Het verschijnsel is landelijk bijzonder omvangrijk: vorig jaar kreeg de brandweer 45.000 meldingen, gemiddeld om de twaalf minuten. In verreweg de meeste gevallen was er niets aan de hand.
Het gaat vaak om verpleeg- en verzorgingshuizen, ziekenhuizen, grote scholen en industriële complexen. De GGzE in Eindhoven was vorig jaar koploper. Bij deze instelling voor geestelijke gezondheidszorg ging het automatische brandalarm 112 keer af. Bij negentien meldingen was er echt wat aan de hand. Meestal een brandende prullenbak of stevige rookontwikkeling in een keuken of kamer. Het GGzE belt overigens bij een melding altijd met de brandweer of het al dan niet nodig is om uit te rukken.
Recordhouder was vorig jaar de regio Rotterdam, goed voor 9 procent van de automatische brandmeldingen. Op de voet gevolgd door Den Haag met bijna 7 procent. De Twentse brandweer registreert jaarlijks ruim 2.200 automatische melden van de aangesloten systemen. Daarvan is dus slechts 5 procent ‘echt.’ Dat zal nu snel verminderen door de nieuwe maatregel. Het betekent dat brandweermensen minder vaak onnodig de weg op hoeven, er is minder onrust en iedereen blijft gemotiveerd.
De betrokken instellingen voelden zich overigens nogal overvallen door de snelle invoering. Sommige gebouwen zijn groot en complex: hoe kun je dan binnen één minuut na de melding contact opnemen met de brandweer om te vertellen of er wel of geen sprake is van loos alarm?
Er zijn wel een paar uitzonderingen. Zo rukt de brandweer wel direct uit wanneer een handbrandmelder is ingedrukt, een gasblusinstallatie in werking treedt en er sprake is van gasdetectie; dat laatste waar vaak wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen. Maar ook bij deze gevallen belt de brandweer vervolgens snel naar het betrokken complex, zodat de eenheden bij loos alarm alsnog kunnen worden teruggeroepen.
In Noord-Europa worden nieuwe verzorgingstehuizen vaak van sprinklerinstallaties voorzien. Mensen die in verzorgingstehuizen verblijven zijn niet altijd in staat het gebouw in geval van brand te ontvluchten. In landen waar sprinklers niet verplicht gesteld zijn, wordt volgens de brandveiligheidscode verwacht dat brand en rook in de oorspronkelijke brandruimte blijven hangen. Tragisch genoeg is dit niet altijd het geval met als gevolg dat personen gewond raken.
Een sprinklerinstallatie zou de brand in het begin in de kiem hebben gesmoord, waardoor brand- en waterschade tot slechts enkele vierkante meters beperkt zouden zijn gebleven.
bron: TC Tubantia, NRC